Joodse feesten
De joodse feesten
Het Pascha
Ze moeten een lam slachten en het bloed daarvan nemen en het aan de deurposten smeren. En het vlees van het lam moeten ze braden en ongezuurde broden bakken. En als ze dat gaan eten moeten ze met de jas aan en de schoenen aan en de staf in de hand om weg te gaan. Dat bloed moesten ze aan de deurposten smeren omdat de Engels Des Here langskwam en waar geen bloed aan de de deuren zat stierf de oudste zoon. Ook die van de farao. Toen zei hij dat het volk mocht gaan. Zo is het Pascha ontstaan. En dat vieren de Joden nu nog steeds.
Het feest van de ongezuurde broden
Ze moesten de hele week ongezuurde broden eten. Dat zijn broden die niet gerezen waren.
Oogstfeest
Het eerste gewas dat op komt moeten ze inzamelen en het aan de Here God
Loofhuttenfeest
De Israëlieten moesten acht dagen in een hut wonen om eraan te denken wat ze in de woestijn hebben meegemaakt en eraan te denken dat ze in tenten moesten wonen. In die dagen moeten ze ook offers brengen
Feest van de ongezuurde broden
Daar herdenken ze de uittocht uit Egypte toen ze ongezuurde broden moesten eten. Ze mochten zeven dagen lang geen zuurdeeg in huis hebben
Pascha
Het offeren van een lam en dan koken en het eten
Het brandoffer
Heel het volk moest een dier slachten voor de Heere
Het spijsoffer
Ze moesten meel op het altaar doen en er olie opdoen en het offeren aan de Heere
Het dankoffer
Ze moesten een rund slachten en het offeren
Het Zondoffer
Als ze gezondigd hebben dan moesten een dier slachten om zo hun zonden weg te doen
Schuldoffer
Hierbij moesten ze ook een dier slachten als ze iets verkeerds hadden gemaakt.